Tijdelijke vrijstelling RVU-heffing per 1 januari

Geeft u als werkgever een ontslagvergoeding aan een oudere werknemer? Dan kan een extra bedrag aan belasting verschuldigd zijn als de Belastingdienst de regeling ziet als een Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU). Sinds 2006 is het financieren van een vroegpensioen namelijk niet meer fiscaal gefaciliteerd. De strafheffing bedraagt 52% op de uitkering en is geheel voor rekening van de werkgever. Als onderdeel van het komende Pensioenakkoord is er echter een tijdelijke drempelvrijstelling opgenomen. U leest hieronder op welke voorwaarden u met oudere werknemers afspraken kunt maken over eerder stoppen met werken, zonder dat de regeling als een RVU wordt gezien.

Tijdelijke versoepeling regelgeving

Van 1 januari 2021 tot 1 januari 2026 is het toegestaan om een drempelbedrag vrijgesteld van de 52% eindheffing aan een werknemer uit te keren. Hier zijn wel wat voorwaarden aan verbonden:

  • De uitkering mag worden toegezegd gedurende maximaal 36 maanden direct voorafgaand aan de AOW-datum.
  • De maximaal vrijgestelde uitkering bedraagt € 1.847 bruto per maand.
  • De aanvang van de uitkeringsperiode dient uiterlijk eind 2025 in te zijn gegaan.
  • De uitkering mag ook als bedrag ineens over de gehele periode voorafgaand aan AOW-leeftijd worden uitgekeerd (met een maximum van 36 maanden).
  • Een deeltijd dienstverband heeft geen invloed op het vrijgestelde drempelbedrag.
  • Als de ontslagvergoeding hoger is dan de drempelvrijstelling dan is alleen het meerdere belast met 52% eindheffing.
  • Als de periode voorafgaand aan de AOW-datum korter is dan 36 maanden dan is de geldende totale vrijstelling het aantal maanden voorafgaand aan AOW maal € 1.847.

Wanneer is er sprake van een RVU?

De vraag is nu wanneer sprake is van een RVU? Als er geen sprake is van een RVU geldt de 52% VUT-strafheffing namelijk niet op de verstrekte ontslagvergoeding.  Om dit te kunnen bepalen zijn er twee toetsen: de kwalitatieve toets en de kwantitatieve toets. De werkgever moet eerst de kwalitatieve toets uitvoeren en vervolgens de kwantitatieve toets. Er is sprake van een VUT-strafheffing als de ontslagvergoeding volgens beide toetsen een RVU is.

Kwalitatieve toets
Allereerst vindt de kwalitatieve toets plaats. De beoordeling of er sprake is van een RVU hangt af van de oorzaak van het ontslag. Er is geen sprake van een RVU als het ontslag het gevolg is van een reorganisatie of van het disfunctioneren van een werknemer. Als er wel sprake is van een RVU in kwalitatieve zin, moet de werkgever vervolgens beoordelen of de ontslagvergoeding wellicht binnen de kwantitatieve grenzen blijft.

Kwantitatieve toets
De kwantitatieve toets bestaat uit twee delen: de 55-jaartoets en de 70%-toets.

Op basis van de 55-jaartoets is de ontslagvergoeding geen RVU als:

  • de uitkeringen (of som van de uitkeringen) eindigen vóór de leeftijd van 55 jaar; en
  • de uitkeringen (of som van de uitkeringen) niet hoger zijn dan 100% van het laatstgenoten loon.

Als er op basis van de 55-jaartoets wel sprake is van RVU, dan moet de werkgever de 70%-toets beoordelen.

Op basis van de 70%-toets is de ontslagvergoeding geen RVU als:

  • de uitkeringen (of som van de uitkeringen) ingaan is na de leeftijd van 55 jaar; en
  • deze uiterlijk eindigen twee jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd of een eerdere pensioenleeftijd; en
  • de uitkeringen (of som van de uitkeringen) niet hoger zijn dan 70% van het laatstverdiende loon, waarbij alle andere uitkeringen meetellen die gerelateerd zijn aan diezelfde vroegere dienstbetrekking, dus ook een WW-uitkering.

VUT-strafheffing

De hoogte van de VUT-strafheffing is sinds 1 januari 2011 52%. Als de werkgever en de Belastingdienst van inzicht verschillen, dient de Belastingdienst aannemelijk te maken dat sprake is van een RVU. Hierbij ligt de bewijslast dus bij de inspecteur. Als sprake is van een RVU, is de werkgever de eindheffing verschuldigd. Een verhaalsrecht op de werknemer in kwestie is niet mogelijk.

Vraag de fiscus om toetsing

Wilt u zekerheid hebben of de ontslagvergoeding wordt aangemerkt als RVU? Leg dan – voorafgaand aan het toekennen van de ontslagvergoeding aan de medewerker – de ontslagregeling ter toetsing voor aan de inspecteur van de Belastingdienst.

Vragen?

Heeft u vragen hierover? Onze experts staan voor u klaar en zijn te bereiken via telefoonnummer 010 251 12 51.